12 februari 2018

INTRODUCTIE

Smaakt het? Een zin die vaak gehoord en gezegd wordt, maar hoe belangrijk is smaak eigenlijk voor de mens? Eten en drinken spelen sinds mensenheugenis een hoofdrol in onze sociale interactie met familie of met vrienden. Maar smaak staat ook voor gevoel. Uitdrukkingen zoals “een bittere pil”, “een zuur mens” en “een zoet kind” illustreren dat emoties en smaak ook in belangrijke mate verbonden zijn met elkaar.

Eén ding is zeker: wij willen allemaal zonder problemen kunnen genieten van de smaak van eten en drinken. Essentieel daarvoor is een gezonde mond. Voor een steeds groter wordende groep is dit helaas geen gegeven. Want wat nou als mondzorg onbereikbaar is geworden of je zelf de prikkel om naar de tandarts te gaan niet goed meer kunt omzetten in actie? Dan moet iemand voor jou opletten, toch?

Vitadent doet juist dit met haar dienstverlening; aandacht voor de cliënt, diens familie en zorginstellingen. Als aanbieder van ambulante mondzorg hanteren wij het beleid; een gezonde mond zorgt voor een gezonder lichaam en net dat stuk meer eigenwaarde. Juist in die levensfase waar dit wellicht het meest cruciaal is.

Bij Vitadent wordt er gebouwd aan het bereikbaar en betaalbaar houden van mondzorg voor zorgafhankelijke ouderen. Hiervoor zoeken wij de samenwerking op met zorgaanbieders, verzekeraars en het wetenschappelijk kader. In deze nieuwsbrief informeren wij onze partners 2x per jaar over hoe wij dit doen. De nieuwsbrief kijkt terug en vooruit met een uiteenzetting van onze acties, projecten, weetjes en tal van inhoudelijke zaken. Wij hopen hiermee een kijkje te geven in onze organisatie. En daarbij om ons mooie zorgproduct, waar wij zo trots op zijn, transparant te maken.

INCOMPANY TRAINING

Vorig jaar hebben al onze medewerkers de door Vitadent georganiseerde incompany training van Drs. Henk Algra gevolgd. Henk Algra werkt als orthopedagoog/GZ-psycholoog in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking (Philadelphia Zorg Amsterdam). Daarnaast is hij werkzaam bij de Stichting Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam, een goede reden voor Vitadent om hem te betrekken bij haar incompany trainingen.

Dagelijks wordt er bij Vitadent gewerkt met kwetsbare ouderen, een zeer bijzondere doelgroep. De ene cliënt is de andere niet, ze hebben elk een eigen verhaal en een eigen problematiek en die verschilt van dag tot dag. Sommigen zijn dementerend, uitbundig, of juist angstig of timide. Dhr. Algra leerde de medewerkers van Vitadent wat de beste manier is om deze cliënten te benaderen, hoe wij het beste met hen kunnen communiceren en wat we moeten doen in bepaalde situaties.

Interview met Drs. Henk Algra, orthopedagoog/GZ-psycholoog in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking.

Bij wijze van inleiding vertelt dhr. Algra hoe hij onlangs bij zijn tante van 92 in het verpleegtehuis op bezoek was. Ze zei dat een stuk van haar kies was afgebroken en er een tandartsafspraak gemaakt moest worden. Toen hij later weer op bezoek kwam, was zijn tante nog steeds niet bij de tandarts geweest, maar al wel drie keer bij de kapper. “Als je haar maar goed zit” was kennelijk belangrijker dan mondzorg, terwijl zijn oude tante daar duidelijk anders over dacht. Al was ze oud en hulpbehoevend, zij wist waar haar prioriteiten lagen.

Vraag: Wat boeit jou als psycholoog zo aan ouderen en mondzorg?
A: Ik ben daar geleidelijk aan naar toe gegroeid. Ik was als orthopedagoog aanvankelijk vooral gericht op kinderen, maar kreeg in mijn werk steeds meer te maken met ouderen met een verstandelijke beperking. Veel ouderen met het syndroom van Down krijgen namelijk ook te maken met dementie. Ik werd gevraagd om in de supervisie bij de gehandicaptenzorg te komen werken. Ik heb toen ook de verbinding gemaakt tussen mondzorg en ouderen.
Ik vind het nog steeds heel boeiend, heb nooit de behoefte gehad om weer met kinderen te gaan werken. De levensverhalen van ouderen intrigeren mij. Hoe maakt de kleur van iemands leven hoe hij op latere leeftijd is en reageert? Bij mijn tante in het tehuis riep iemand steeds “zuster” als ze niemand anders zag. Deze vrouw zat met de rug naar de gang toe, kon alleen naar buiten kijken en had daardoor het gevoel dat ze alleen was. Dit was eenvoudig op te lossen, als er tenminste een andere reden voor was. Ik voelde me als bezoeker niet direct geroepen om dit “even” te veranderen, maar over dit soort dingen wordt kennelijk niet goed nagedacht in de ouderenzorg.

Vraag: Volgens mij ben je zelf nog jeugdig van geest, maar heb je er al aan gedacht om met pensioen te gaan?
A: Niet echt, ik wil zo graag nog zoveel weten. Hoe zitten mensen in elkaar, waarom functioneert iemand op deze manier. Maar ik wil ook graag nog zorg en aandacht aan anderen geven.

Vraag: Heb je er ook veel plezier in om dingen te vertellen, over te dragen aan de jongere generatie?
A: Ja, ik kom uit een onderwijsfamilie, het is er met de paplepel in gegoten. Het is denk ik wel een combinatie van nieuwsgierig zijn naar waarom mensen op een bepaalde manier reageren en mijn eigen reactie daarop. Waarom zet ik bij de ene persoon mijn stekels op en bij de andere niet. En zolang je nieuwsgierig blijft kun je blijven werken, dan is elke dag weer anders. Trouwens, het oude idee in de gehandicaptenzorg dat de begeleiders vaak moeten wisselen van groep, om vastroesten te voorkomen, is volgens mij achterhaald. In de mondzorg is het vaak wisselen van behandelaar zelfs een beetje vreemd. Op de woonzorglocatie De Wilgenborg heb ik meegelopen met één van de preventie-assistentes. Daar viel het mij op dat de bewoners haar goed kenden, zij had echt een relatie met de mensen die daar wonen en dat werkte goed. Andersom had zij daardoor ook een goed beeld van de bewoners. Het gaat eerst om het contact en pas daarna om de behandeling, dat is echt een feit.

Vraag: Waarom is jouw vakgebied in de masteropleiding Tandheelkunde zo belangrijk? Die opleiding is toch wel erg biotechnisch van aard.
A: In de tandartsopleiding is geriatrie belangrijk. Als je té taakgericht naar een gebit kijkt, zie je andere dingen over het hoofd. Je bent je niet bewust van andere aspecten. In dit verband is het volgende voorbeeld wel leuk om te vermelden. Er bestaat een clip van mensen die bezig zijn met ballen naar elkaar toe over te gooien. De cursisten die de clip bekijken hebben de opdracht om het aantal keren overgooien te tellen. Ze zijn zó druk met hun taak bezig dat ze niet eens zien dat er een als gorilla verklede persoon door de ballengooiers heen loopt. Té taakgericht bezig zijn betekent dat je andere dingen mist. In de mondzorg kan ik het voorbeeld noemen van een behandelaar die heel lang bezig was om een wat trage mevrouw haar mond open te laten doen. Toen ze dat eindelijk deed, ging hij direct met instrumenten aan de slag, waardoor hij weer heel taakgericht bezig ging. Vanaf de zijkant heb ik natuurlijk gemakkelijk praten, want dan zie je dat soort dingen heel goed.

Vraag: Je bent nu verbonden aan Vitadent voor de scholing van onze medewerkers. Waarom is dat belangrijk voor onze organisatie?
A: Als je werkt met bijzondere doelgroepen, werk je met kwetsbare mensen. Zij zijn heel gevoelig voor de manier waarop je hen benadert en dan is het belangrijk om ook naar jezelf te kijken. De relatie met die mensen is minstens even belangrijk als de techniek. Dat probeer ik over te brengen. Zelf laat ik ook regelmatig iemand meekijken naar hoe ik gesprekken voer en reageer. Af en toe naar jezelf kijken is van belang. We zijn tegenwoordig gewend om alles alsmaar sneller te doen, maar bij Vitadent moet je je bewust worden van een lager tempo. Eerst contact maken, één ding tegelijk willen. Als je even weg moet om iets te pakken kun je daarna bij een dementerend persoon soms helemaal opnieuw beginnen, domweg omdat ze alles vergeten zijn. Die nadruk op eerst contact leggen geldt voor iedereen die in de ouderenzorg werkt.

Vraag: Waarom is het belangrijk dat er naast de tandarts iemand van Vitadent zit?
A: Dat is juist zo leuk aan Vitadent, het samenwerken met de behandelaars is de enige manier om deze manier van werken te dragen. Ik ben van de Gentle teaching benadering: eerst contact leggen, dan pas doelgericht werken. De grondlegger van deze methode, John McGee, heeft eens gezegd: “Het heeft geen zin om teams te scholen als niet de hele organisatie, van administratie tot directie, er op dezelfde manier over denkt”. Ik vind dit een heel mooi model. Vitadent gelooft ook erg in het “samen bezig zijn” in de zorg.

Vraag: Na het bezoek aan de ACTA Quality Practice dag was iedereen bij Vitadent erg gemotiveerd, merkt u dat ook bij de workshops?
A: Ik vond de eerste groep iets lastiger, maar dat komt ook omdat ik er zelf nog in moest komen. Maar ik heb veel vragen gekregen. In Utrecht vroegen de mensen dan Vitadent zelfs meer dan de tandartsen.

Vraag: Als tandarts benadruk ik bij het onderwijs aan verpleegkundigen altijd dat de verpleegkundige de belangrijkste persoon is. Die moet elke dag zorgen voor de interventie, wanneer de tandarts op bezoek komt. Maar door de enorme tijdsdruk kunnen ze niet altijd meedraaien bij de behandeling van de tandarts. Heb jij nog een tip voor mij om de verpleegkundigen hierbij te betrekken? Mondzorg is gewoon een deel van de zorg, dat moet tussen de oren zitten. Het betekent geen extra werkdruk maar een verrijking van de zorg.
A: Een tijdje geleden was ik bij een bij scholing in ouderenzorg en de docent zei toen dat mondzorg extra druk gaf, dus moest je er maar niet over beginnen. Toch heb ik gemerkt dat het gedeeltelijk ook gaat om het ontbreken van kennis. De ziektes die kunnen ontstaan door slechte mondzorg zijn vaak niet bekend bij verpleegkundigen. De verpleegkundigen waren heel enthousiast en wilden er graag meer over weten. Daarbij is het ook belangrijk om kennis steeds te herhalen, maar onder druk van de organisatie wordt dat vaak vergeten. Verder moet je vooral niet de positie van kritische ouder innemen, zo van “is er al weer niet gepoetst!”. Laat merken dat jij vindt dat ze heel erg hun best doen en vraag of ze nog ideeën hebben om bijvoorbeeld die ene persoon nog wat meer aandacht aan de mondzorg te laten besteden. Laat de verpleegkundigen meedenken, specifieke voorbeelden noemen en oplossingen aandragen.
Natuurlijk zit er ook verschil in de instellingen, de openheid van de medewerkers is niet overal even groot. Het is ook belangrijk dat de verpleegkundigen de preventie-assistenten kennen, er moet betrokkenheid zijn en men moet samenwerken. Niet erboven gaan staan, maar het samen aanpakken.

Bij Vitadent worden er nu “smoelenkaarten” ontwikkeld die aan de ouderen en hun familie worden gestuurd, zodat zij weten wie ze precies kunnen verwachten voor de mondzorg. Ook wordt er gewerkt aan een manier om angstige mensen voor te bereiden op de behandeling.

A: In dit verband zag ik nog een leuk hulpmiddel in een brochure bij een Vitadent vestiging. Het gaat om een klok die vanuit de instelling of van huis uit te bedienen is en die bij de oudere hangt. Zo kun je iemand eraan herinneren dat er een (tandarts)bezoek te wachten staat en zelfs een fotootje van de behandelaar laten zien. Ik heb gevraagd of dit een geschikt middel zou zijn voor de communicatie naar de ouderen in de instelling. Het nadeel is dat er geen interactie is, de oudere kan niets terugzeggen.

Zo is iemand met een lichte verstandelijke beperking vaak niet gemotiveerd om te poetsen, maar het wordt ook vaak vergeten. Poetsen zit gewoon niet in het programma en als je ze een appje stuurt wordt dat voor kennisgeving aangenomen. Behalve als ze zelf moeten reageren (ja hoor, ik heb gepoetst). Interactie is dus belangrijk. Een ander voorbeeld: medicatie die wordt uitgereikt uit de blister wordt minder goed onthouden dan wanneer men zélf de medicijnen uit de verpakking in handen heeft gehad. Ouderen hebben bij zo’n blister vaak geen idee waar de pillen voor zijn.

A: Ik wil nog even kort een opmerking maken over de lezing van Anneke van der Plaats over het brein. Zij zegt dat onderin het brein de emotionele kant zit en bovenin de cognitieve kant. Er wordt vaak beweerd “demente ouderen vergeten een pijnlijke behandeling toch wel weer”, maar dat geldt alleen voor de cognitieve kant van het brein. In het emotionele brein is de angst de overblijft na een vorige behandeling wel degelijk nog gekoppeld. Sterker nog, ook de behandelaar maakt die koppeling als hij of zij na een heftige behandeling weer bij diezelfde patiënt terugkomt. Mensen met dementie kunnen dus echt wel dingen leren.
Nog een andere les met betrekking tot ouderen is, dat kleuren vervagen naarmate je ouder wordt. Maar de kleur rood wordt wél beter vastgehouden (bijvoorbeeld een rode wc bril). Medewerkers van Vitadent gaan nu heel gericht met gekleurde tandenborstels aan de slag, heel goed!

Henk Algra, dankjewel voor dit leuke en informatieve interview!

 

CERTIFICERING ISO 9001 (NEN 15224) ISO HEALTHCARE

Het komende jaar zal Vitadent zich druk bezighouden met het behalen van het ISO Healthcare certificate na een traject van 1,5 jaar. Met dit certificaat borgen wij aan dat we verantwoorde diensten leveren en voortdurend werken aan de kwaliteit van de organisatie. Een voor ons belangrijk doel om onze zorg nog beter te kunnen verlenen.

 

VITADENT ACADEMY

Momenteel zijn we achter de schermen druk bezig met het ontwikkelen van een E-learning. Deze zal bestaan uit klinische en praktische onderdelen waarbij er rekening wordt gehouden met onze doelgroep. Om zo aandachtsvelders en medewerkers van een instelling meer te leren over de mondzorg en de noodzaak ervan. Meer weten over onze E-learing, opleidingsprogramma’s of trainingen? Neem contact met ons op.

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK

Omdat we als Vitadent veel waarde hechten aan onze zorgverlening en de tevredenheid hierover, nodigen wij u graag uit voor deelname aan ons klanttevredenheidsonderzoek. Via de bijgaande link kunt u deelnemen https://www.vitadent.nl/klanttevredenheidsonderzoek-vitadent/ . Het onderzoek bevat 5 vragen kost u maar 3 minuten van uw tijd. Alvast bedankt!

 

PROEF!

Binnen de rubriek proef vragen we een van onze medewerkers hun favoriete recept te delen. Dit keer deelt algemeen directeur Rudolf Hogendoorn zijn recept.

  • 1 hele boeren scharrelkip
  • 1 grote zoete ui
  • 6-8 kleine rode aardappels, in vieren
  • 120 ml extra virgin olijfolie, of naar behoefte
  • 4 takjes rozemarijn
  • 1,5 theelepel oregano
  • 1 citroen
  • 5 tenen knoflook
  • zout en peper naar smaak
  • 100gram roomboter
  • De oven voorverwarmen op 225°C
  • Snijd de citroen in halve schijfjes, maak de knoflook schoon, snijd de ui in grote kwart stukken en haal ze uit elkaar
  • Vul een braadslede met de aardappels (in partjes gesneden), voeg de uien toe de overgebleven (geplette) knoflook, 6 halve citroenschijfjes en verdeel de rozemarijn blaadjes en gesneden oregano. Wees royaal met olijfolie en meng alles goed door elkaar
  • Vul de kip met twee tenen knoflook, twee halve schijfjes citroen en een tak rozemarijn
  • Bestrooi de kip met peper en zout
  • Laat de roomboter goed zacht worden en smeer de kip in
  • Leg de kip op de borstzijde in de braadslede in het midden van de oven. Schakel de oventemperatuur terug naar 175 °C. Draai de kip na 20 min. om, zodat ook het vel van de borst bruin en knapperig wordt. Rooster de kip nog 30-40 min. Bedruip veel en om de 10 min met braadvet om uitdroging te voorkomen. Steek een satéprikker in het dikste deel van de kip (het dijbeen) om de gaarheid te controleren. Zet de kip terug in de oven als er roze vocht vrijkomt. Test na 10 min. opnieuw: pas bij helder sap is de kip geheel gaar.

Vul hier uw e-mailadres in en u wordt automatisch op hoogte gehouden van onze nieuwste blog post.